Een sterke organisatorische identiteit |
|
Datum bericht: 22-08-2016 | |
De meeste bedrijven willen groeien. Wat is daarvoor nodig. Waar loop je tegen aan. Is de basis hiervoor gerealiseerd. Ben ik, zijn mijn medewerkers veranderingsbereid?
Belangrijke aspecten hierbij:
Cultuur
Talloze bedrijven zeggen dat ze over een klantgerichte cultuur beschikken. Maar Gallup constateert dat dit eigenlijk nauwelijks het geval is. Het niet verbonden zijn met de waarden en cultuur komt vaker voor en is problematisch (http://www.zsvalid.com/blog/details/blogId/30 ). Cultuur is moeilijk te veranderen, en dit geldt zeker in het business-to-business (B2B) domein. Er zijn zelfs bedrijven die van mening zijn dat zij niet over een cultuur beschikken en zij die dat wel doen zijn waarschijnlijk als product- of sales-gericht te bestempelen.
Het antwoord is een ondubbelzinnig ja.
Noodzakelijk
B2B organisaties moeten absoluut een beeld hebben hoe hun klanten over hen denken, en deze kennis gebruiken om, zowel hun cultuur als de manier waarop ze zaken doen, vorm te geven. Deze kennis is vooral nodig als B2B-bedrijven naar autonome groei streven. Met andere woorden, als ze proberen om meer business te krijgen vanuit bestaande klanten. Cultuur kan een belangrijke rol in deze krachtinspanning spelen. Maar B2B bedrijven zullen geen autonome groei realiseren als slechts 29% van hun klanten betrokken is, 60% geen voorkeur heeft en 11% niet in jou als leverancier geinteresseerd is. Deze cijfers gelden voor vele B2B organisaties.
Organisatorische identiteit
Iedereen - van de huidige en toekomstige medewerkers, klanten tot en met aandeelhouders, de industrie lobbyisten en de media - denkt en praat op dezelfde manier over het bedrijf.
Het definiëren van de drie elementen Alles volgt het doel. Een organisatiedoel of missie (intentie), vertelt de wereld zijn bestaansrecht, waar het voor staat en - net zo belangrijk – waar het niet voor staat. Het is een leidraad voor de acties, gedrag en beslissingen. Het doel verandert zelden; het evolueert eerder.
Organisaties dienen verder te gaan dan een paar mooie woorden op de muur, in hun handboeken of een gadget op het bureau. Leiders en managers moeten ervoor zorgen dat elke werknemer het bedrijfsdoel begrijpt en dit verbindt met zijn of haar individuele werk. Ze moeten regelmatig over het doel spreken en in hun acties laten zien. (Zeggen wat je doet, en doen wat je zegt). Het doel moet elke werknemer weten te inspireren.
Met een duidelijk omschreven en goed ondersteund doel, kan een organisatie een gedifferentieerd merk bouwen dat haar positie in de markt weerspiegelt. Het kan een uniek merkbeeld ontwikkelen en leveren: de boodschap wat het biedt, hoe het zich onderscheidt van zijn rivalen en wat het interessant voor de klant maakt om het te overwegen. Een merk is meer dan een slogan, billboard of tv-commercial. Ze hoeven alleen maar een sterk “merkbeeld” te creëren en consequent hier naar te handelen. Het klantvertrouwen moet worden verdient en ook het recht om zaken met hen te doen. Maar voordat bedrijven met hun merk naar buiten kunnen, moeten ze het eerst intern opbouwen - via hun werknemers. Als werknemers niet geloven in de producten die ze maken of de diensten die zij verkopen, is er geen reden om te denken dat de klanten deze willen. Leiders en managers moeten gesprekken met hun werknemers over het merk hebben en hen ondersteunen het werk ermee te verbinden.
Het doel is ook van invloed op de cultuur, het geeft richting aan en benadrukt voor elke werknemer in de organisatie ‘hoe we de dingen hier doen’.
B2B bedrijven hebben handleidingen voor de meeste aspecten van hun bedriifsvoering. Cultuur is ook een handleiding dat werknemers spelregels en richtlijnen geeft voor het naleven van de organisatie doelstellingen en het waarmaken van het “merkbeeld”.
ValID®
|
|
<-- Terug |